Een streepjescode-object toevoegen

U kunt labels maken met streepjescodes op basis van vele indelingen of typen. U kunt kiezen tussen de volgende streepjescodetypen: Code 39 (ook wel "Code 3 of 9"), Code 128, Interleaved 2 of 5, UPC, EAN, UCC/EAN 128, ITF-14, Codabar, GS1 DataMatrix, PLANET, POSTNET en PDF417.

Deze documentatie gaat ervan uit dat u al op de hoogte bent van de verschillende soorten streepjescodes en al een plan heeft om de streepjescodes in uw organisatie in te passen. Voor meer informatie over streepjescodes zijn online verschillende uitstekende publicaties te verkrijgen.

Een streepjescode toevoegen

  1. Selecteer Streepjescode in de lijst Toevoegen.

    Er wordt een nieuw streepjescodeobject toegevoegd aan het label. Het standaardtype streepjescode is Code 128 Auto.

  2. Selecteer het type streepjescode en geef de gegevens op in het eigenschappenvenster.
  3. U kunt ervoor kiezen om de streepjescodetekst boven of onder de streepjescode te plaatsen.

  4. U kunt de grootte van de streepjescode wijzigen in de eigenschappen voor Indeling.

U kunt de tekst boven of onder de streepjescode plaatsen als u ervoor kiest om de streepjescodetekst weer te laten geven. En u kunt het lettertype, de grootte en de stijl van de tekst selecteren.
De grootte van het streepjescodeobject op het label.
Horizontale uitlijning van de streepjescode binnen het object.
Draaien van de streepjescode binnen het object.
Uitsluitend van toepassing op D1-labels. Hiermee stelt u de witruimte in tussen de rand van de streepjescode en de rand van het object.

Zie ook

Een QR-codeobject toevoegen

De afdrukkwaliteit aanpassen

Objecten selecteren

Objecten uitlijnen

Objecten rangschikken

Objecten groter of kleiner maken